Amerikaanse vogelkers

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina)

De Amerikaanse vogelkers is een struik die kan uitgroeien tot een boom van wel 20 meter. Aanvankelijk werd de vogelkers aangeplant als bosvulling, maar de plant is nogal een woekeraar en werd al snel tot een plaag. Men noemt haar dan ook wel Bospest. Nu probeert men, zonder al te veel succes, de Amerikaanse vogelkers weer uit te roeien.
De zwarte bessen hangen in trossen, in tegenstelling tot de zwarte bessen van de vlier die in schermen hangen. Het kroontje (=kelkbuis van de bloem) blijft aan de vruchten zitten. De bessen zijn, als ze rijp zijn, eetbaar. Het blad en de pit zijn giftig!
Kenmerken van het geslacht Prunus  (Prunus) waartoe Amerikaanse vogelkers behoort.

Het geslacht Prunus behoort tot de Rozenfamilie. Het geslacht onderscheidt zich doordat er maar 1 stamper is die vrij in de komvormige bloembodem staat.
De vrucht is een vlezige steenvrucht.
Er zijn talrijke meeldraden, de kroon is vijfbladig, beide lijken ingeplant te zijn op de kelkbladen. Bij het rijpen van de vrucht worden meeldraden en kroonbladen tegelijk met de bloembeker afgeworpen.
De bloemen worden druk bezocht door insecten.
De wilde soorten hebben vaak doorns. Er zijn echter niet veel wilde soorten, de bekendste zijn de Sleedoorn, de Vogelkers en de Zoete kers.

SPECIFICATIES - amerikaanse_vogelkers
familieRozenfamilie (Rosaceae)
info familieBloemen uit de Rozenfamilie hebben vrije kroonbladen en met stekels bezette stengels.
Het is een uitgebreide familie, waarvan de leden vaak eetbare vruchten dragen. Behalve de rozen met hun rijk aan vitamine C zijnde rozenbottels behoren ook de braam, de mispel, dwergkwee, peer, appel, vuurdoorn, meidoorn en lijsterbes tot de club. Meer kruidachtige soorten zijn agrimonie, pimpernel, vrouwenmantel, nagelkruid en ganzerik. En natuurlijk de aardbei!
naam amerikaanse_vogelkers (Prunus%20serotina)
waar droge tot vrij vochtige, zure grond in bossen en struwelen
bloei mei -juni
kleur wit
blad stevig, leerachtig, glanzend, ellipsvormig met spitse top en voet, licht gezaagd, boenzijde kaal; middennerf aan de onderzijde aan de zijkanten behaard;talrijke zijnerven
vrucht donkerrode-zwarte bessen, met vastzittend kroontje, 1 cm grote steenvrucht met grote pit