Witte brem

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Witte brem (Cytisus%20multiflorus)

De Witte brem behoort tot de bezemstruiken en kan een hoogte van 3 meter bereiken. De ′bezem′ bestaat uit een reeks van buigzame, 5-hoekige takken. Alleen de onderste takken dragen blaadjes. Het blad is 3-tallig. De blaadjes zijn niet langer dan 1 cm en lijnvormig tot langwerpig en bedekt met zachte zilverkleurige haren. Aan de hogere takken kan een enkel blad zitten.
De vrucht is een harige peul die bij het rijpen zwart wordt en uiteindelijk splijt om de 4-6 zaden te verspreiden.
Kenmerken van het geslacht Brem  (Cytisus) waartoe Witte brem behoort.

Het geslacht Cytisus telt zo′n 50 soorten wereldwijd. De planten behoren tot de ′bezemstruiken′. Blad 3-tallig, stijl spiraalvormig opgerold (vergelijk Genista - bladen enkelvoudig, stijl gekromd, niet opgerold)

SPECIFICATIES - witte_brem
familieVlinderbloemenfamilie (Leguminosae of Fabaceae)
info familieKruiden of houtige planten. De bladen staan verspreid, ze zijn meestal samengesteld en hebben steunblaadjes. De bloemen zijn 2-zijdig symmetrisch en staan vaak in trossen. De kelk is meestal 5-tandig.
De bloem bestaat uit 5 kroonblaadjes, waarvan de onderste 2 onderling aan één zijde grotendeels vergroeid zijn. Deze 2 samengegroeide kroonblaadjes omsluiten voor de bloei de meeldraden en de stamper. Men noemt ze de kiel. Het bovenste kroonblad wordt de vlag genoemd. De kroonblaadjes aan weerszijde van de vlag noemt men de zwaarden. De vlag bedekt de zwaarden deels.
Er zijn 10 meeldraden, alle vergroeid of 9 vergroeid en 1 vrij.
Het vruchtbeginsel is bovenstandig, er is 1 vruchtblad. De vrucht is een peul, die meestal met 2 kleppen opengaat.
naam witte_brem (Cytisus multiflorus)
waar oorspronkelijk uit Iberisch schiereiland afkomstig, elders geïmporteerd
bloei zomer
kleur wit met donkerpaars merkteken aan de basis
blad 3-tallig, hooguit 1 cm lang, lijnvormig tot langwerpig, bedekt met zachte, zilverkleurige haren
vrucht harige peul tot 3 cm lang, zwart wordend bij het ouder worden en uiteindelijk splijtend om de 4-6 zaden te verspreiden