De Kurkeik is een groenblijvende eik. De boom wordt veel in Spanje en Portugal gekweekt vanwege de kurk. De kurkeik heeft een koepelvormige, uitgespreide, zware kroon met verdraaide takken. Meestal wordt deze tot op drie takken gesnoeid, zo vormt zich een fraaie, brede kroon. De schors is ruw en bevat dikke richels. Om de 8-10 jaar wordt de schors - de kurk - van de stam gepeld. Deze kurk wordt voor tal van doeleinden gebruikt, o.a. om flessen mee af te dichten. De afgepelde stam is kastanjebruin van kleur.
De blaadjes van de kurkeik zijn eirond en spits. Aan iedere zijde zitten 5-6 stekelpuntige lobben. De bovenzijde van het blad is zwartachtig groen, de onderzijde is dicht behaard. De 1 cm lange bladsteel is donzig behaard.
De eikels zijn 1,5-3 cm lang en zitten in diepe napjes met gespreide bovenste schubben.
familie | Napjesdragersfamilie (Fagaceae) |
info familie | Eenhuizige bomen. De bladen staan verspreid, ze zijn enkelvoudig en hebben afvallende steunblaadjes. Mannelijke bloemen in lange of kluwenvormige, katoenachtige bloeiwijzen, met 5-8 delig, weinig ontwikkeld bloemdek en 6-12 meeldraden. Vrouwelijke bloemen 1-3 (5) bijeen in bekervormig,later leerachtig of houtig worden omhulsel (napje). Vruchtbeginsel onverstandig, 3-6 hokkig. Stijlen 3-6 of 1 stijl met 3 stempels. Vrucht is een nootje |
geslacht | Eik (Quercus) |
info geslacht | - |
naam | Kurkeik (Quercus suber) |
waar | Zuid-Europa en Noord-Afrika |
bloei | gehele jaar door |
kleur | - |
blad | eirond en spits, met 5-6 ondiepe, stekelpuntige lobben aaan weerszijden, 5x3 cm, zwartachtig groen aan de bovenzijde, onderzijde dicht behaard, bladsteel donzig behaard |
vrucht | eikel van 1,5-3 cm lang in diep napje met gespreide bovenste schubbben |