Bevertjes

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Bevertjes (Briza%20media)

De officiële benaming van Bevertjes is Trilgras. De plant is sterk vertakt. De aartjes hangen knikkend aan dunne, lange steeltjes. Ze zijn ongeveer even lang als breed, vaak groen met zilverkleurige glans. Elk aartje bevat 5 tot 10 bloempjes. De bovenste kelkkafjes zijn evenals de lemma's rond, met kapvormige top en hartvormige voet, en groen en paars gekleurd.
Kenmerken van het geslacht Trilgras  (Briza) waartoe Bevertjes behoort.

Sleutelen: - tweeslachtige of mannelijke bloemen
- de spil draagt duidelijke zijtakken die soms ook weer vertakt zijn
- bloeiwijze: pluim ==> Pluimgrassen
- Elk aartje bevat twee of meer tweeslachtige bloemen
- de bloempjes steken duidelijk boven de kelkkafjes uit
- de leden, waaruit de halm bestaat, verschillen niet zoveel in lengte (hooguit 1:4). Vergelijk Pijpestrootje waar het bovenste stengellid wel vijftig langer is dan de overige
- er zijn geen lange haren in de aartjes
- er zijn geen kafnaalden
- aartjes bijna even lang als breed, meestal met meer dan vijf bloempjes -

SPECIFICATIES - bevertjes
familieGrassenfamilie (Gramineeën of Poaceae)
info familieGrassen zijn éénjarige of overblijvende planten. De overblijvende planten vormen zoden of hebben lange, kruipende wortelstokken.
De stengel is meestal hol en rond, op de knopen zitten tussenschotjes.
De bladen zijn afwisselend geplaatst en hebben een schede die over een grote lengte de halm omsluit en vaak open is. Op de grens van de bladschede en de bladschijf bevindt zich een vliesje, het tongetje. De bloemen zijn meestal tweeslachtig.

Elk bloempje is omgeven door twee schutblaadjes, de kroonkafjes. Meerdere bloempjes bij elkaar vormen een aartje (bloempakje). Aan de voet van dit aartje zitten vaak twee schutblaadjes, deze worden kelkkafjes genoemd. Op de kroon- en kelkkafjes zit vaak een lang uitsteeksel, de kafnaald. Deze kleine aartjes van meerdere bloempjes vormen samen dan weer een aar, een aarpluim of een pluim.

Bij een aar (Aargrassen) zijn de kleine aartjes (bloempakjes) ongesteeld of zeer kort gesteeld. Ze zitten daardoor stijf tegen de stengel gedrukt.
Bij aarpluimgrassen zitten de kleine aartjes op korte steeltjes. De bloeiwijze lijkt dan op een aar, maar als je de kleine aartjes opzij buigt, zie je dat er een kort steeltjes is.
De pluimgrassen hebben zwierige zijtakken die zelf vaak ook weer vertakt zijn.


De vrucht, graankorrel, bevat 1 zaad.

Grassen zijn windbloeiers, d.w.z. ze laten hun stuifmeel verspreiden door de wind.

Uit dit hele verhaal begrijp je waarschijnlijk al dat het determineren van grassen niet eenvoudig is. Kijk o.a naar de volgende punten:
- heeft het gras lange wortelstokken of is het zodenvormend?
- vormt het gras een aar, een aarpluim of een pluim?
- bevinden zich op elke tand 1 of meerdere aartjes ?
- zitten er in het aartje meerdere volkomen bloemen, d.w.z. bloemen met stamper en meeldraden, of is er slechts 1 volkomen bloem en zijn de andere bloempjes in het aartje mannelijk?
- Is er een kafnaald? Is deze lang of kort? Geknikt?
- Zijn er 1 of meerdere kelkkafjes?
- Steken de bloemen boven de kelkkafjes uit?
- Hoe ziet het tongetje eruit?
- Is de bladschede gesloten of geopend?
- Hoe ziet het blad eruit?
naam bevertjes (Briza media)
waar open plaatsen in natte tot matig droge, min of meer voedselrijke, grazige grond
bloei mei - augustus
kleur zilverkleurig groen, kafjes paars
blad zeer smal, blauwgroen met afgeronde top en kort, afgerond tongetje. Ruwe rand
vrucht graankorrel