Wit oorzwammetje

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Wit oorzwammetje (Crepidotus%20variabilis)

De oorzwammetjes zijn kleine, sierlijke zwammetjes. Er zijn meerdere soorten die eigenlijk alleen onder de microscoop goed van elkaar kunnen worden onderscheiden. Het zijn waaiervormige zwammetjes, meestal wit (felbegeerd is het Rode oorzwammetje), de lamellen staan waaiervormig uit. Het vruchtlichaam zit zonder steel vastgehecht aan het substraat (takjes en twijgen).
De meest algemene is het Wit oorzwammetje. Het hoedje is 4-12 mm breed, wit, droog, vezelig tot viltachtig, schelpvormig. De hoedhuid is niet gemakkelijk los te trekken van de hoed (vergelijk het Week oorzwammetje).
Sporen 5-7(8) x 4-5.5 (6) mu, ellipsvormig tot rondachtig, soms eivormig. Basidia (20)26-32x5-6 mu, 4-sporig. Geen pleurocystiden. Cheilocystiden 23-50x5-9(11) mu, knotsvormig tot cilindrisch, gezwollen, soms gevorkt, vaak met kopje. Trama lamellen subparallel tot iets verweven, hyfen 4-10 mu breed. Trama hoedhuid verweven. Hoedhuid met liggende, hier en daar opstaande hyfen, 4-8 mu breed. Gespen aanwezig.

Het Week oorzwammetje groeit op dood hout van vooral zachte loofbomen, in bossen op voedselrijke bodems. De kleur is witachtig tot wasgeel of olijfgeel. Het hoedje is kleverig en gelatineus, de hoedhoud elastisch en gemakkelijk van de hoed los te stropen.
Het Gestreept oorzwammetje heeft vaak bij oudere exemplaren een gestreepte hoedrand. De soort is zeldzaam. Er is ook nog een Rondsporig oorzwammetje, maar zonder microscoop heb je niet zoveel aan deze wetenschap.

Sinds enkele jaren wordt ook het Rood oorzwammetje gevonden. Het staat vaak tussen andere oorzwammetjes in. Dit oorzwammetje heeft een prachtige vermiljoenrode kleur, de lamellen zijn wit met rode snede. Dat maakt het Rood oorzwammetje erg fotogeniek. Op naar het Hulkesteinse bos!
Kenmerken van het geslacht Oorzwammetje  (Crepidotus) waartoe Wit oorzwammetje behoort.

Schelp- tot niervormige, ongesteelde, witte of crème-gelige plaatjeszwammen. Er komen in Nederland 11 soorten voor, de sporeekleur verschilt per soort!

SPECIFICATIES - wit_oorzwammetje
familieGordijnzwammen (Cortinariaceae)
info familieTot deze familie behoort een groot aantal geslachten. De naam is ontleend aan het grootste geslacht binnen de familie, nl. de Cortinaria (gordijnzwammen)
De sporen zijn bruin.
De leden van deze familie hebben een 'gordijn', een spinnenwebachtig weefsel tussen de hoedrand en de top van de steel dat de rijpende sporen beschermt. Dit gordijn, officieel het velum partiale genoemd, is niet hetzelfde als het velum universale, het weefsel dat de nog zeer jonge paddenstoelen omhult en bij het groeien van de paddenstoel scheurt en dan vaak als een beurs aan de voet of als vlokjes of schubjes op de hoed achterblijft.
Het velum partiale is bij jonge paddestoelen vaak nog mooi te zien. Naarmate de hoed groeit scheurt het gordijn. Er blijven restantjes achter op de steel. Deze kleuren vaak bruin tot oranjebruin door de sporen die er op vallen.

Gordijnzwammen groeien op de grond of parasiteren op wortels. Ze zijn er zowel klein als groot.

Geslachten die tot deze familie behoren
  • Cortinarius - gordijnzwammen
  • Gymnopilus - vlamhoeden
  • Hebeloma - vaalhoeden
  • Galerina - mosklokjes
  • Alnicola - zompzwammen
  • Tubaria - donsvoetjes
  • Crepidotus - oorzwammetjes
naam wit_oorzwammetje (Crepidotus variabilis)
waar op takjes en takken, soms op stengels van kruiden of op bladstrooisel in loofbossen op arme grond
sporeekleur grijzig bruin
hoed nier- tot schelpvormig, diameter 5-30 mm, viltig, wit tot crème-gelig
steel lamellen wijd uiteen, wit tot vleeskleurbruin
plaatjes ongesteeld