Kapjesmorielje

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Kapjesmorielje (Morchella%20semilibera)

Zoals de Latijnse naam al zou kunnen doen vermoeden (M. semilibera - halfvrij) hangt de rand van de hoed los van de steel. Bij de overige morieljes zit deze vast aan de steel. Bij de Verpa-soorten (Vingerhoedje) zit alleen het bovenste puntje van de hoed vast aan de steel.
De hoed heeft forse, vertikaal lopende ribben. Er zijn weinig dwarsribben met ondiepe holtes. De ribbels zijn donkerbruin tot zwart. De holtes zijn honing- tot olijfbruin.
De steel is hol (vergelijk de steel van Verpa-soorten die weliswaar hol is, maar toch nog wat witte vezeltjes heeft).
Sporen 22-30 x 21-18 mu, breed elliptisch, glad, hyalien.
Te vinden in april en mei.
Kenmerken van het geslacht Morieljes  (Morchella) waartoe Kapjesmorielje behoort.

Morieljes zijn, evenals de Verpa-soorten, eetbaar. Verwarring kan ontstaan met bepaalde uiterst giftige Gyromitra-soorten. De bekendste van deze dubbbelgangers is Gyromitra esculenta - de Voorjaarskluifzwam.

Morieljes zijn echte voorjaarspaddestoelen. De zwammen lijken heel vaag op stinkzwammen (Phallus spp.) en dan vooral op stinkzwammen waarvan het gleba (de sporenlaag) verdwenen is. De stinkzwammen zijn echter basidiomyceten en geen zakjeszwammen.
De hoed van de morielje bestaat eigenlijk uit met elkaar vergroeide bekertjes. In de bekers (de holtes) bevinden zich de sporen. De hoed zit vast of halfvast aan de steel. Bij Verpa-soorten balanceert de hoed bovenop de steel (slechts 1 bevestigingspunt).

SPECIFICATIES - kapjesmorielje
familieMorieljes (Morchellaceae)
info familieTot deze familie behoren o.a. de Kegelmorielje, Gewone morielje, Kapjesmorielje, het Vingerhoedje en de Grote aderbekerzwam. Mooie voorjaarspaddestoelen met fantasierijke vormen. Veel van deze soorten zijn te vinden in de duinen (als je heel goed kunt zoeken).
naam kapjesmorielje (Morchella semilibera)
waar alleenstaand of in groepjes op humusrijke, voedselrijke grond onder loofbomen, vaak langs paden, in parken en moestuinen
sporeekleur creme-kleurig
hoed 10-20 cm, klein in verhouding tot steel, conisch tot klokvormig, sterk verticaal geribd met weining dwarsribjes, met ondiepe holtes - holtes honing- tot olijfbruin, ribben donkerbruin tot zwart
steel hol, breekbaar, met verbrede basis, glad of gegroefd, met korrelige vlokjes, vuilwit tot okergeel, 4-15x1-4 cm
plaatjes bleek oker