Goudvliesbundelzwam

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Goudvliesbundelzwam (Pholiota%20adiposa%20sl,%20incl.%20cerifera,%20limonella)

Zoals de Latijnse benaming laat zien is dit inmiddels een verzamelnaam geworden van de Goudvliesbundelzwam, incl. de Dubbelganger- en Wilgenbundelzwam.
Voor de omschrijving van deze paddestoelen houd ik me maar aan de Gerhardt met nog een niet-inclusieve Goudvliesbundelzwam (Pholiota cerifera).
Deze heeft dus een helder goudgele hoed met donkere, aanliggende schubjes. De Schubbige bundelzwam (Pholiota squarrosa) heeft een strogele tot geelbruine hoed met donkere, afstaande schubjes.
De Goudvliesbundelzwam heeft bleke, roestgele-roestbruine lamellen. De steel is geelachtig, met of zonder gele tot roestbruine schubben, meestal droog. Het vlees is lichtgeel. De paddenstoelen groeien in bundels op levende en dode bomen, vooral op beuken. De Schubbige bundelzwam groeit parasitair op wortels en de stamvoet van oude loofbomen, soms op naaldbomen. De Wollige bundelzwam (P. populinea) groeit uitsluitend op levende stammen van populieren, heel lang saprotoof op dood hout.
Kenmerken van het geslacht Bundelzwammen  (Pholiota ) waartoe Goudvliesbundelzwam behoort.

Een groep van slijmerige of droog schubbige, wittige of gele tot oranjebruingele plaatjeszwammen, vaak in bundels op hout, of tussen veenmos of op brandplekken groeiend. Sporeekleur is bleek- tot roestbruin. In Nederland komen 25 soorten van het genus Pholiota (Kuehneromyces) voor.

SPECIFICATIES - goudvliesbundelzwam
familieStropharia′s (Strophariaceae)
info familieTot de Stropharia-familie behoren o.a.:
- zwavelkoppen, kaalkopjes en stropharia′s (Psilocybe - Deconica)
- bundelzwammen (Pholiota)
naam goudvliesbundelzwam (Pholiota adiposa sl, incl. cerifera, limonella)
waar op levende en dode loofbomen, vooral beuken, in bundels groeiend
sporeekleur bruin
hoed 5-15 cm breed, helder goudgeel met donkere, aanliggende schubben, opp. slijmig
steel geelachtig, met of zonder gele tot roestbruine schubben, meestal droog - vlees lichtgeel
plaatjes bleek roestgeel tot roestbruin, aangehecht